Blog 9
“Ga maar weg, jij lafaard! Ik zei het toch al, je bent een onbetrouwbare hoer. Ga Joris maar neuken, dat wilde je toch al!” Dit was de reactie van René toen ik hem vertelde dat ik weg wilde. Met trillende stem vroeg ik hem of ik de meiden nog gedag mocht zeggen. Doodsbang was ik dat hij me nog iets aan zou doen in die luttele minuten van het afscheid. Voor mij was hij onvoorspelbaar. Ik gaf iedereen zo snel mogelijk een hand en toen ik buiten stond versnelde ik mijn pas, deed de poort van het terrein open, liep naar de auto en zo snel ik kon reed ik weg. Weg van dit alles, deze terreur, deze afschuwelijke man die mijn leven kapot gemaakt had.
Wanneer was het genoeg voor je? Wanneer besloot je om weg te gaan? Wat gebeurde er dat je besloot te vertrekken? Allemaal vragen die ik heel vaak krijg als ik vertel over de sekte. Hoewel je dan misschien een heel concreet moment verwacht, ligt dat toch heel anders. Het is een periode van ruim 1,5 jaar waarin er een kentering plaatsvond in mijn binnenste. Dat gebeurt bij mijn weten vrijwel nooit ‘opeens’ in het geval van indoctrinatie.
Ik leg het je uit.
Januari 2016. Een aantal weken lang had ik René fysiotherapie gegeven voor zijn rugklachten en opeens beschuldigde hij me ervan dat ik hem niet goed behandeld had. Ik werd weggestuurd omdat ik zei dat ik hem wel een juiste behandeling had gegeven. Hij geloofde me niet en vond dat ik loog. Hij stookte de andere meiden tegen me op en ik werd gebeld door een van hen dat ik terug moest komen. In de tussentijd haalde hij een zweep gemaakt van een hondenriem. René: “Ga dáár zitten!” Ik moest bekennen onder dreiging van de zweep dat ik hem waardeloos had behandeld en niet mijn best gedaan had. Ik bekende niet. “Bekijk het maar”, dacht ik, “ik heb het wel goed gedaan”. Hij sloeg me herhaaldelijk op mijn benen en een keer tegen mijn arm. Ik gaf niet toe en uiteindelijk stuurde hij me weg. Een week later mocht ik weer terugkomen tijdens de bespreking en liet hij me met rust. Als ik erop terugkijk, was dit de eerste keer dat ik echt tegen René in had durven gaan. De valse beschuldiging bracht een scheurtje in mijn vertrouwen.
Ik bleef, ondanks de angst, trouw naar Kessel gaan maar werd monddood gemaakt tijdens de gesprekken. Als ik wat zei reageerde René: “Kop dicht, je hebt toch niks fatsoenlijks te melden.” Ik besloot dus meestal om stil te blijven, avond na avond en maandenlang, dan had René tenminste geen last van me.
Op een woensdagavond, ergens in oktober van 2016, besloot ik de stilte die er was te doorbreken met een verhaal wat dichtbij me stond. Het ging over Anne, mijn 10 jaar jongere nicht. Ze was vlak daarvoor gediagnosticeerd met leukemie, het ging me enorm aan mijn hart. Ik vertelde René over wat er gebeurd was en ik zag al dat hij moeite moest doen om geïnteresseerd over te komen. Voor mij was het belangrijk, dus ik ging verder met het vertellen van deze gebeurtenis. René stelde voor de vorm wat vragen over hoe het nu ging en ik vertelde erover. De vrijdag erop kwamen we zoals altijd weer bij elkaar. In al mijn onzekerheid wilde ik weer even met René praten, want er als een muurbloempje bij zitten had ik geen goed gevoel over. Dus ik begon een oppervlakkig gesprek tegen hem. Hij vaarde uit: “Waar slaat het op, jij moest je bek toch houden, dat was toch de afspraak?!” “Uhh, ja klopt René.” René: “En dat verhaal over je nicht, ik durf te wedden dat je niet eens weet wat leukemie is!” En ik vertelde hem wat ik ervan wist en natuurlijk wist ik het wel. “Oh”, zei hij, “dat valt me dan weer mee. Zo’n achterlijke als jij weet toch niks.” En hij ging verder: “Zie je nou wel, jouw hele familie heeft kanker, je nicht, je vader, een kankerfamilie! En jij bent ook zo, ga nog maar eens zo door, dan krijg je vanzelf ook kanker, als je dat al niet hebt!” En zo door….de hele avond kwam hij er op terug tegenover anderen, want ik mocht niks zeggen. Ik was stil en ik bleef stil. Ik was intens geraakt en verdrietig. Hoe kon mijn zogenaamde ‘beste vriend’ me zo kwetsen over het leed van mijn geliefde familie? Ik raakte gedesillusioneerd en er ontstond op dat moment een flinke scheur in mijn vertrouwen.
Later dat jaar vertrokken een aantal mensen uit de groep. Ik vroeg me af: “Dat kan toch niet, waarom gaan die mensen nou weg?” Kerst was klote dat jaar, nog erger dan anders. René was paranoïde uit angst voor de mensen die vertrokken waren. Ik vond dat maar raar. Hij was toch ‘de meester’, waarom zou hij nou bang moeten zijn voor represailles?! Toen vertrok eind maart 2017 ook nog het enige getrouwde stel uit de groep. Ook hen werd het leven met de groep en René niet meer mogelijk, terwijl zij zo’n 30 jaar samengeleefd hebben met deze vriendengroep. Ik woonde in hetzelfde huis als zij, een verbouwd gedeelte van de boerderij. Later realiseerde ik me dat mijn stap om te vertrekken hierdoor steeds dichterbij kwam.
Zondag 9 april 2017. Ik trok het niet meer, ik was uitgeput. René vertelde voor de zoveelste keer een verhaal over de weg tot bevrijding. We moesten bepaalde meditaties en concentratie oefeningen doen. Het lukte me voor geen meter! Ik zag het helemaal niet meer zitten. En dat zei ik ook tegen René: “René, ik zie het niet meer zitten.” Bizar dat ik dat durfde op dat moment. Iedereen viel over me heen. “René doet dit ook voor jou!” en nog meer van die blablabla… Ik liet het maar over me heen komen. Ik kon niet meer, had het hélemaal gehad.
Die woensdag, 12 april 2017. Ik was met Roy aan de telefoon en zei hem dat ik het niet meer kon en dat ik niet wist wat ik moest doen. Opeens vroeg ik hem: “Blijf alsjeblieft aan de lijn, totdat ik in Kessel ben. Wil je dat doen? Alsjeblieft, want anders kan ik het niet, dan kan ik niet weggaan en ik wil weg.” Roy: “Weet je dat zeker?” Ik: “Ja, ik weet het zeker, ik wil weg!!” Twee uur lang bleven we aan de lijn, ook onvoorstelbaar, hij bleef steunen in mijn beslissing en wist hoe zwaar dit was. Ik ben hem hier zo dankbaar voor.
Ik stapte in de auto, kwam in Kessel aan en we hingen op. Ik at samen met de meiden. Toen René wat later binnenkwam liep ik naar hem toe en zei: “René, ik wil weg.”
Toen ik thuiskwam stonden mijn woongenoten me glunderend op te wachten. Ik begreep het niet, waarom waren zij nou zo blij? Ze hadden van Roy gehoord van mijn plan om weg te gaan en wat bleek, ze waren trots en heel gelukkig dat ik die stap nu genomen had. De weg naar de vrijheid. Maar ik begreep het niet, want wat is er nou zo leuk aan het vertrekken bij je vermeende vriendengroep, alles achterlatend en in het ongewisse duikend. Ik had geen plan, geen idee van wat ik vanaf nu zou doen, ik wist alleen dat ik niet meer kon blijven, het ging niet meer. We liepen samen naar binnen en terwijl we in de woonkamer zaten vertelde ik hen over het misbruik dat er had plaatsgevonden, dat ik op was en het helemaal niet meer zag zitten. Ze waren blij voor me, ook geschokt van wat ik te vertellen had. Zij zelf hadden dit niet meegemaakt met René, ze waren een getrouwd koppel en René heeft in hun huwelijk gelukkig niet durven wroeten. Opeens ging mijn telefoon, het was Sara en ze vertelde me dat René nog iets tegen me wilde zeggen en of ik naar Kessel wilde komen. Ik begreep het niet waarom hij me nog wilde spreken. Ze zei dat hij iets belangrijks te melden had voor mijn leven en daarna zou hij me vrij laten. Hoe vreemd ook, ik ging. In Kessel zat de hele groep al op mij te wachten. René zei me daar plaats te nemen en het volgende relaas stak hij naar me af: “Lin, je weet toch wel dat het áltijd mijn bedoeling is geweest dat je als een bloem naar het licht zou groeien. Alles wat ik gedaan heb was in het belang van jouw groeien en bloeien in het leven. Ik wist al vanaf het begin dat het waarschijnlijk niks zou kunnen worden met jou, je was al veel te beschadigd en toch heb ik het geprobeerd. Ga nu je leven maar leiden, je zult nog wel gelukkig worden, je hebt een ander niveau dan deze meiden. Deze meiden willen echt wat met hun leven, jij niet echt, toch Lin?” En ik was al misselijk voelde me vreselijk en dacht “laat hem maar kletsen”, ik had mezelf voorbereid hier niet gevoelig voor te zijn en ik was al blij dat hij geen vijandige toon aansloeg. Ik wilde zo snel mogelijk weg. Hij voegde ook nog toe: “Oh en Lin, als jij met één woord rept over wat zich hier allemaal afspeelt, dan weet ik je te vinden en je familie ook.” Ik knikte en dacht: “Dan moet je dat maar doen.” Het raakte me niet meer, ik was murw en kapot vanbinnen. Het maakte me allemaal niet meer uit, al had hij me vermoord op dat moment. Maar hij zei: “Ga nu maar en heb een gelukkig leven.” Ik zei niks en ik ging weg om nooit meer terug te komen bij deze gruwelijke man.
In de dagen erna stonden diverse mensen me bij en heb ik zoveel gesprekken gehad over de groep. Het waren allen ex-leden en hadden van dichtbij meegemaakt wat ik had meegemaakt. Ze vertelden me dat het een sekte is waar we in gezeten hadden, dat René een psychopaat is die zijn macht heeft gebruikt om ons allen te onderdrukken en misbruiken. Een voor een vielen de schellen van mijn ogen, het was afschuwelijk. Al die tijd heeft hij tegen me gelogen, en al die tijd klopte dat kleine gevoel dat ik vanbinnen had dat zei dat er iets niet zuiver was, want ja, ik voelde altijd al dat er iets niet oké was maar ik kon er niets mee. Nu wist ik en weet ik, mijn kleine gevoel vanbinnen wat zegt dat er iets niet pluis is, is loepzuiver! Maar ik was verontwaardigd, boos…zó boos!!!!! Alles ging door elkaar, ongeloof, verbijstering, verdriet, agressie, woede dat hij me dit aangedaan had. Mijn hele leven was een leugen geweest, álles waar ik ruim 12 jaar in geloofd heb was een leugen. En hoe kon ik nu verder?
Gelukkig stond ik niet alleen. In de weken daarop volgend ontving ik van zoveel ex-sekteleden steun in dit proces van ‘wakker worden’. Ze lieten me niet alleen. Ik begreep ook dat dat was om te voorkomen dat ik weer terug in de René-bubbel zou worden gezogen, want als dat leven het enige is wat er is, dan is de weg terug in dat spoor heel gemakkelijk. Maar ik was vastbesloten, ik ga daar niet meer naar terug. De eerste maand was een hel voor me. Al die anekdotes, het besef dat je ook seksueel misbruikt bent, een soa-test laten doen, de shit van je leven vertellen tegen je ouders (gedoseerd weliswaar, want ik denk dat mijn vader á-la-minute in de auto zou zijn gestapt als ik hem alles ineens verteld zou hebben) en hoe ga je verder? Bovendien leefde ik nu in de wetenschap van wat deze kungfugroep écht was en er zaten nu nog steeds vrienden en vriendinnen bij René. Moesten die niet gered worden?
Mieke wilde me spreken, de partner van René. Haar was ter ore gekomen, via een van de vrouwelijke ex-leden, dat er sprake was geweest van seksueel misbruik. Of ik met haar wilde praten hierover, want ze vond het moeilijk te geloven. Dus ik deed dat. Het was op een woensdag, twee weken na mijn vertrek. Ik was zenuwachtig, want ik wist niet wat ik van Mieke kon verwachten. Op de dag zelf heb ik gedacht: “Dit zou de laatste dag van mijn leven kunnen zijn”. Zij was namelijk nog steeds bij René en misschien waren haar motieven niet oprecht en aangezien ik weet van alle wapens die René in huis had, wist ik niet wat ik van haar kon verwachten. Ik schakelde dus mijn vrienden in om van een afstandje te kijken of het goed ging. Mieke en ik in de auto, zij dikke tranen over wat ik haar te vertellen had. Niet dat ik haar op dat moment geloofde, het theatrale spatte er wat mij betreft vanaf maar ik voelde wel dat ik verder niks van haar te duchten had. Na een half uur gingen we ieder ons weegs.
Mieke had in de weken daarna buiten René om een plan beraamd om de 7 meiden die nu nog bij René zaten mee te nemen naar een familievakantiewoning in de Ardennen om hen daar op de hoogte te stellen van wat haar allemaal ter ore was gekomen. Ze hebben een heel weekend doorgebracht en elkaar alles verteld wat René gedaan had bij ieder van hen. Ook ik werd nog gebeld of ik daarbij wilde zijn maar die mogelijkheid liet ik passeren. Ik kotste al bij de gedachte om weer met hen in contact te komen. Ik had genoeg aan mezelf en ik was al vrij. Ook deze meiden zijn hierna nooit meer naar René terug gegaan.
De groep was vanaf dat moment ontbonden. Er zijn nog wel mensen geweest die contact met René hebben gehad en misschien heeft René nog een periode macht kunnen uitoefenen over bepaalde mensen. Ik heb met een aantal mensen uit de sekte nog contact maar niet met iedereen. De sekte zoals die was in mijn tijd, die bestaat niet meer.
De stap om te vertrekken is, zoals je leest, niet zomaar gezet. Je ziet niet ineens waar je in zat, vaak zie je dat pas achteraf. Dan daalt het besef in wat er met je gebeurd is, dan maak je de hele reconstructie in je hoofd en kun je alles plaatsen in de juiste context. Dat is veel en intensief innerlijk werk geweest voor mij. Over het herstelproces vertel ik je een andere keer. Deze maand heb ik (ingetogen) gevierd dat ik 5 jaar geleden vertrokken ben uit de groep. Mijn eigen 'bevrijdingsdag'!
Feestelijke groetjes en tot de volgende blog,
Linda