Blog 3 deel 2
De rechtszitting is geweest, de strafeis:
30 maanden celstraf en de gevorderde financiële schadevergoeding.
Ik kan je bijna niet beschrijven wat het met me doet. Dat na al deze jaren van vechten, doorzetten, niet opgeven, hoofd laten hangen en dan toch maar niet, weer opstaan en doorgaan…dat we afgelopen maandag (25-10-2021) in de rechtszaal zaten met 4 aangevers tegen René L. En op de tribune meer dan 15 oud-leden, familieleden en andere betrokkenen en de pers in de zaal. Dit voelt voor mij al als een overwinning.
Op 8 november doen de rechters uitspraak.
De week voor de rechtszitting was intens. Veel media-aandacht, want de Volkskrantjournalisten hadden bij diverse redacties gevraagd of er interesse was om aandacht aan onze zaak te besteden. En zoals je hebt gezien was er veel interesse. Het kostte ons nog best veel energie om zoveel mensen vooraf te woord te staan en uit te leggen dat we er geen smeuïg sensationeel verhaal van willen maken en dat we enkel geïnteresseerd zijn in een serieus interview over wat het betekent om in een sekte terecht te komen, wat de gevolgen zijn en voornamelijk om het ook maatschappelijk breder te trekken omdat deze manipulatieve machtsstructuur overal in de samenleving voor komt.
Op de zittingsdag zelf werd ik ’s morgens wakker met redelijk wat energie, gezonde spanning en ergens verheugde ik me er ook wel op. Dit was de dag waar we al die jaren naartoe gewerkt hadden. In de rechtbank hadden we verzocht om in een aparte ruimte te wachten, zodat we de verdachte niet tegen het lijf zouden lopen. Mislukt, zoals vele dingen was ook dit niet goed geregeld. In de rechtbank stroomde het tegen de tijd dat de zitting begon om 9.00 uur al aardig vol met publiek. Zoveel mensen wilden hierbij zijn, jongens en meiden van het eerste uur die bij René getraind hadden, familie van de aanklagers en ook was er veel pers aanwezig; Volkskrant, L1, RTL, de tekenaars van o.a. de Telegraaf, de rechtbankverslaggever Saskia Belleman (zie twitterstream #kungfusekte) en er was ook een vertegenwoordiger van Slachtofferhulp aanwezig. Aangezien de rechtbank deze opkomst niet had verwacht, duurde het even voor de zitting begon. 9.20 uur konden we naar binnen. Wij zaten met 4 aanklagers en 2 advocaten links achter René. Hij moest tegenover de rechters gaan zitten, samen met zijn advocaat. Daarachter rechts in de zaal zat de pers en boven de publieke tribune.
De Officier van Justitie noemde de aanklachten op waarvan hij verdacht wordt. De rechters spraken René daarna aan en per aanklacht bespraken ze met hem wat hij hiervan wist te vertellen.
Met verbazing heb ik gekeken en geluisterd, ook met afgrijzen. “U moet zich voorstellen”, zei René “ik heb helemaal geen lontje.” “Wat bedoelt u?”, zei de rechter. “U kent het spreekwoord toch wel, een kort lontje…nou, ik heb helemaal geen lontje”. Waarmee hij impliceerde dat hij direct kon ontploffen. Eén rechter was daarna zo helder om te bespreken dat hij het niet kon rijmen dat verdachte geen beheersing had maar wel beweerde vechtkunstenaar te zijn en dus controle over zijn lichaam zou moeten hebben. Waarop verdachte zei: “Het waren malle klapjes, niks ernstigs en ik heb niet tegen de oren geslagen alleen maar tegen de wang, want ik heb zelfbeheersing door de vechtkunst die ik beoefen”. De rechter: “Maar door de hersenbloedingen zegt u dat u uw zelfbeheersing verloor, dus kan het zijn dat u wel op het oor sloeg?” René krabbelde terug en zei: “Dat zou een keer gebeurd kunnen zijn". Ik werd misselijk. Er gingen door mijn hoofd zoveel beelden, van zoveel keren dat hij wel degelijk mijn vriendinnen hard sloeg en mijzelf, zowel met vlakke hand als met de vuist, waarbij regelmatig iemand een trommelvlies gescheurd had. Dit was een van de vele aanklachten die hij ontkende of bagatelliseerde.
Nadat de rechters alle aanklachten besproken hadden en ook kritische vragen stelden aan René, was het de beurt aan de aanklagers om gebruik te maken van het spreekrecht. De microfoon deed het niet, we moesten een bank naar voren gaan zitten, 2 stoelen van René af…op z’n zachtst gezegd onprettig. Het ging ons allemaal goed af het onrecht wat ons is aangedaan in de jaren te vertellen aan de rechters. Na iedere persoon die zijn of haar verhaal verteld had kreeg René de kans om te reageren op hetgeen hij gehoord had. Over wat hij van mij hoorde durfde hij nog dit te zeggen: “Tja…het verbaasd me niks. Ze kwam al zo bij ons….” waarop de rechters hem onderbraken, hij had namelijk niks over zichzelf te vertellen maar wilde mij nog even onderuit halen. Met zijn woorden doelde hij op hoe slecht ik in de groep kwam. En ter verduidelijking: alles wat hij na het vertelde van mij en de anderen zei had dezelfde smerige intenties als in de jaren van onze zogenaamde vriendschap.
Dit laat in mijn ogen zien hoe zijn denk- en belevingswereld er uit ziet. Dat hij nog altijd in staat is hetzelfde te doen als wat hij met ons deed, dat er wel degelijk gevaar bestaat tot recidieven. Hij toonde geen berouw, geen inzicht in wat hij anderen aangedaan heeft, geen enkele vorm van introspectie.
Nadat we alle vier gesproken hadden werd de zitting geschorst. De rechtbank had te weinig tijd ingeruimd voor onze zitting terwijl we ruimschoots vantevoren hadden aangegeven dat we meer tijd nodig zouden hebben dan 3 uur. De zitting werd om 16.00 uur weer hervat.
De advocaten kwamen aan het woord en de Officier van Justitie met haar requisitoir. Even een weergave van hoe dat ging: ze had niet de complete stukken, kreeg de microfoon niet aan, struikelde bijna terwijl ze naar de griffier moest lopen voor haar emailadres. Kortom, deze hele dag was een perfecte weergave van hoe de jaren hiervoor ten aanzien van onze aangifte waren verlopen, een schande. De Officier van Justitie leek het overigens uit haar tenen te moeten halen om voor ons een schadevergoeding te eisen aan het adres van verdachte. Alsof we nog niet genoeg te verduren hebben gehad van deze mevrouw.
Hierna volgde nog een verdediging van de advocaat van de verdachte. Het was een maffe vertoning, René stond voor schut met de advocate erbij. Laatste woord van René: ‘Ik heb verder niets mee te delen.’
Ik ging wel met een goed gevoel naar huis. Tevreden? Ten aanzien van de strafeis zijn we tevreden. Ik voel echter nog steeds onrecht dat er geen onderzoek gedaan wordt naar de zedenfeiten. Ook juridisch klopt dit niet. Het is ons ter ore gekomen via onze advocaat dat wanneer er een modus operandi is, oftewel een specifieke werkwijze van de dader wat blijkt uit de verschillende aangiftes, er schakelbewijs is wat gebruikt kan en mag worden. Dit zou voor ons betekent hebben dat er wel degelijk onderzoek gedaan had moeten worden. De OvJ liet het echter niet na nog eens te benadrukken dat dit alleen maar via een bezwaarprocedure met artikel 12 geregeld zou kunnen worden. Verder kwamen we er ook pas maandag achter dat we al veel eerder recht hadden gehad op een advocaat, te weten na het informatieve gesprek met de politie.
Stel nou dat we werkelijk eerder een advocaat hadden gehad, dan had deze ervoor kunnen zorgen dat deze juridische gang wel op een eerlijke manier zou zijn gegaan. Wij als leken kunnen toch niet weten dat er zoiets als een modus operandi bestaat. Te bedenken dat we door 2 verschillende instanties totaal verkeerd geïnformeerd zijn en ook de politie ons niet heeft ingelicht over dat feit. En verder heeft ook de politie nog 2 vrouwen die aangifte wilden doen van seksueel misbruik dat afgeraden omdat het verjaard zou zijn en moeilijk bewijsbaar is. Ook dit is onjuiste info: ten eerste verjaard seksueel misbruik niet en ten tweede wordt het de slachtoffers op zo’n manier ontraden dat velen ervoor kiezen om het maar niet te doen om niet nog extra beschadigd te worden. In mijn ogen logisch dat iemand het dan maar laat zitten. Dat slaat toch nergens op! Hoe kan er op deze manier ooit gerechtigheid plaatsvinden? Volgens mij is dit er een bewijs van dat je als slachtoffer van seksueel misbruik totaal niet beschermd wordt door het rechtssysteem hier in Nederland. Een grote schande!
In de volgende blog schrijf ik over hoe René mij in zijn macht kreeg middels ernstige bedreigingen, leugens en manipulatie. Nou…zeg dan nog maar eens: nee.
Bijzonder wat het proces losgemaakt heeft bij velen. We hebben honderden reacties gehad van mensen, zo begripvol en liefdevol. Ik ben enorm blij dat we doorgezet hebben. Het maakt me trots en sterk. Diversen hebben gezegd: ‘Jullie zijn de krijgers die je wilde zijn’. Voor mij betekent het dat ik ben ontsnapt aan de eeuwige verbanning tot deze ellendige periode, het betekent vrijheid en deze staat van vrijheid gun ik iedereen.
Ik kan je van harte aanraden de podcast ‘Een soort God’ te beluisteren van de Volkskrant. Anneke Stoffelen en Simone Eleveld hebben interviews gehad met diverse ex-leden van deze kungfugroep en ze hebben uitgebreid onderzoek gedaan door er literatuur op na te slaan, een advocaat en specialisten op het gebied van sekten te interviewen en daarnaast hebben ze, zoals dat wettelijk hoort, een wederhoor van de sekteleider zelf gedaan. Dit zal uiteindelijk ook te horen zijn in de podcast. Stay tuned!