Blog 3 deel 1

Hoewel het nu nog maar wat flarden van mijn leven zijn die je gelezen hebt probeer ik een totaalbeeld te schetsen. Waarschijnlijk als je deze blogs blijft lezen kun je op een gegeven moment een goede indruk hebben van de impact op mijn leven en op dat van andere mensen die zoiets meegemaakt hebben. Het loont ook de moeite om het af en toe nog eens opnieuw te lezen.
 
Je hoeft niet in een sekte te hebben gezeten om een vergelijkbare impact op je leven te krijgen. Indoctrinatie en manipulatie, mishandeling en misbruik komt op zoveel lagen in de maatschappij voor; in huwelijken, gezinnen, het bedrijfsleven, motorbendes maar dus ook in vriendengroepen. In reacties die mensen me stuurden las ik dat velen op verschillende manieren herkenning vinden en daarvoor doe ik dit óók, om het gesprek erover te openen, kwetsbaarheden bloot te leggen en met zachtheid te benaderen en misschien zó wel stukjes leed te helen. Wat in het verborgene blijft, diep van binnen, kan niet oplossen.

Op 12 april 2017 ben ik vertrokken, weg van de terreur, weg van de groep. Ik heb naderhand een pittige innerlijke reis gehad, want de impact van de gebeurtenissen hebben een enorme nasleep gehad en hebben dat nog. Herstellen doe je niet zomaar even. Eén onderdeel van mijn herstel was het doen van aangifte en daar gaat deze blog over. Een andere keer zal ik vertellen over hoe het was om uit de sekte te stappen maar ik vind het zonde om dat bij elkaar te nemen, want ook dat is een ingrijpende ervaring geweest. 

 

“Waarom deed je niet eerder aangifte?”, vroegen de rechercheurs aan me. “Omdat ik het te moeilijk vond, te pijnlijk. En ik heb geen vertrouwen in het rechtssysteem”, antwoordde ik. Het was 10 april 2019, de dag waarop ik aangifte deed tegen René. Ik deed aangifte van seksueel misbruik, zware mishandeling en bedreiging. 

Voorafgaand, september 2018, meldde ik me bij de politie dat ik aangifte wilde doen. Er werd gezegd dat er beperkte capaciteit is bij de politie: ”Het kan even duren…” Een half jaar verder, maart 2019, had ik eindelijk een informatief gesprek met twee vrouwelijke rechercheurs van de zedenpolitie, zij beoordelen of het doen van aangifte zinvol is. Ik had een twee uur durend gesprek met hen wat op band werd opgenomen en vooraf werd gezegd dat de advocaat van de tegenpartij dit gesprek op mag vragen. Na afloop vertelden ze me dat ze zo snel mogelijk contact op zouden nemen voor het afnemen van de aangifte. Gelukkig duurde het nu minder lang. De aangifte werd opgenomen in Roermond, 10 april 2019, door wederom twee vrouwelijke rechercheurs van de afdeling zeden. Vriendelijk hoor, maar ze stelden moeilijke vragen: waarom gebeurde dit of dat, hoe was dat voor je, waarom liet je dat gebeuren, waarom bleef je, wat trok je daar zo aan, wat deed René, hoe was het voor je ouders en merkten zij niks, wie zaten er nog meer in de groep…enzovoort. Vier uur later ging ik weer naar huis, totaal uitgeput. Intussen hadden Joris, Sara en Kim ook al aangifte gedaan. En nu was het wachten op een bericht van de Officier van Justitie. We wachtten…en wachtten… Joris heeft tientallen keren gebeld en diverse mails naar het Openbaar Ministerie gestuurd, er kwam maar geen reactie. “We zijn de dossiers aan het bundelen”, kreeg hij te horen en zo nog wel meer onlogische verklaringen voor waarom het allemaal zo lang duurde. We kregen het gevoel dat deze grote zaak op de lange baan werd geschoven, omdat het te omslachtig en ingewikkeld is. 

19 januari 2020, eindelijk bericht: De zaak wordt opgelegd, want er zijn geen gereleveerde feiten. Dat deed pijn. Inmiddels hadden we contact gelegd met Evelien Takken van Slachtofferhulp, justitieel adviseuse, zeer toegewijd tijdens dit hele proces. Met haar hulp hebben we een bezwaar ingediend tegen deze beslissing en we konden op gesprek komen bij de Officier van Justitie in Roermond. Nou ja gesprek, het was meer een mededeling: er wordt onderzoek gedaan naar zware mishandeling en bedreiging, het seksueel misbruik wordt niet meegenomen in het onderzoek, punt. En we stonden binnen 5 minuten weer buiten. Ongelofelijk, maar waar. Deze vrouw was onvermurwbaar en wij voelden ons gekwetst. Natuurlijk fijn dat er alsnog onderzoek gedaan zou worden naar de bedreigingen en mishandeling maar dat de zedenfeiten niet meegenomen zouden worden moesten we even verwerken. 

 

Gedurende die tussenliggende maanden leefden we door met een continu bewustzijn van dit hele proces. Ik parkeerde het wel en dacht er niet dagelijks aan maar regelmatig kwam het terug in mijn gedachten, want het is een openstaande deur die nog niet dicht kon. En zeker met een gedreven partner naast me was het soms erg moeilijk om het los te laten. Het speelde op de achtergrond altijd wel een deuntje mee in ons leven. 

Augustus 2020, de telefoon gaat. Recherche. Of ik naar het bureau wil komen voor het aanvullende verhoor naar de zware mishandeling en bedreiging. Er volgde een verhoor van vier uur. Het was wederom een intensief gesprek. 

 

In de tussentijd deden we een schadevergoedingsaanvraag bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM). Joris kreeg zonder slag of stoot een schadevergoeding. Sara en ik hadden ook wel de verwachting van een schadevergoeding maar in de brief stond dat het niet aannemelijk was dat deze feiten gebeurd waren. Dat voelde als een harde stomp in mijn maag, hier ben ik een week ziek van geweest. Dus: dezelfde zaak, zelfs ernstigere feiten, psychologische verklaring, huisartsverklaring, aangifte, de hele reutemeteut, maar wij werden anders beoordeeld dan Joris. Het voelde als een vernedering dat je niet serieus genomen werd door die instantie, die papierhandel die niet eens kon zien dat het over dezelfde zaak ging, want zeiden ze: "We mogen niet zoeken op dader". Verdomde bureaucratie. Het voelde als discriminatie. We dienden bezwaar in en Sara en ik konden op 23 oktober 2020 in Den Haag een verklaring afgeven bij de commissie. Hoppa, weer op pad om het verhaal weer eens te doen, ik was boos. 

Uiteindelijk heeft het SGM ons een hele nette brief gestuurd met verontschuldigingen en we hebben een schadevergoeding toegekend gekregen, daarnaast konden alle andere mensen die een schadevergoeding aan wilden vragen hier ook aanspraak op maken. We kregen erkenning. De schadevergoeding is een pleister op de wond, er is geen bedrag in de wereld dat kan vergoeden welke ellende we doorgemaakt hebben maar het scheelt wel, het voelt goed. 

 

De telefoon gaat. Het is Nicole van de recherche: “René zal op 10 november zonder aankondiging uit zijn bed gelicht worden en verhoord worden gedurende een aantal dagen.” Ongeloof gevolgd door blijdschap, want we hadden nooit verwacht dat het zó ver zou komen. We zijn dus tóch serieus genomen…ik heb slingers opgehangen. Ik ben niet een haatdragend persoon en ik voel geen wrok meer want dat heb ik inmiddels een plek gegeven, maar dit hele proces van aangifte ben ik aangegaan om dit te laten weten: ‘Dit kan niemand mij ongestraft aandoen. Ik kom voor mezelf op. Ik spreek me uit. Ik koester de hoop dat het recht zegeviert.’ Eigenlijk is het een eerbetoon aan mezelf dat ik dit doe, want in feite heeft het geen invloed meer op mijn leven wat er nu nog met René gebeurd. 

René heeft in totaal 17 dagen in de gevangenis gezeten. Daarna was er geen grond waarop hij vastgehouden kon worden omdat hij op dit moment volgens justitie geen gevaar meer oplevert. 

Hierna vind er verder onderzoek plaats, er worden getuigenverklaringen opgenomen door de recherche en er komt een datum voor een rechtszitting. In overleg met onze advocaat besloten we een gesprek aan te vragen met de Officier van Justitie omtrent de vraag: ‘Waarom wordt het zedenmisbruik niet onderzocht?’ De OvJ heeft een uurtje ingeruimd op 20 mei 2021 in Maastricht. De kille boodschap: er wordt geen verder onderzoek gedaan naar de zedenfeiten. Bezwaar indienen kan en dan ben je nog eens 2 jaar verder voordat dit, al dan niet, opgepakt wordt. Er was geen inhoudelijk gesprek mogelijk ondanks diverse pogingen van Joris, Sara, mijzelf en onze advocaten. Bizar om te merken dat zo’n vrouw, die de wet vertegenwoordigt, zo weinig empathie kan hebben. Je zou verwachten dat je als slachtoffer ondersteund wordt, maar integendeel, het voelde als secundaire victimisatie(*). Ik ben weken van mijn stuk geweest, zoveel onbegrip en onmacht voelde ik. Hoe kan het zijn dat het Nederlandse rechtssysteem hier geen wetten voor heeft, terwijl het zoveel voorkomt? Onbegrijpelijk.

 

Op 25 oktober 2021 volgt het proces, de rechtszitting tegen René. Ik zit nu midden in de voorbereiding hiervan en dat is behoorlijk spannend.


(*): Secundaire victimisatie houdt in dat mensen slachtoffer worden door de juridische procedure. Deze slachtoffers worden opnieuw slachtoffer omdat ze niet worden geloofd, niet serieus worden genomen of onjuist worden bejegend door professionals in het recht en daardoor het vertrouwen in het recht verliezen of minder goed herstellen.
Bron: Secundaire victimisatie als probleem: Herstelrecht als oplossing? Auteurs: N.A. Elbers en I.M. Becx ISBN Boek: 978-94-6290-873-4

In mijn nieuwe blog van 1 november zal ik een verslag geven van de zitting er is dan nog geen uitspraak geweest. Verder wellicht interessant om te vermelden is dat er op 23 oktober a.s. een artikel in Volkskrant Magazine staat met het verhaal van onze sekte, diverse van de groepsleden zijn hiertoe geïnterviewd. Op maandag 25 oktober volgt er een stuk in de Volkskrant. Van de interviews wordt een podcast gemaakt, waar ik zelf ook aan meegewerkt heb. Het is dus actueel en we proberen de wereld hiermee een stukje mooier te maken! Want het ongeziene moet zichtbaar, vind ik.

 

Tot over 2 weken!